Zuipen voor vrede
Van Wurzburg tot Haifa en van Berlijn tot Budapest
Afgelopen week verliet ik mijn berg voor een korte trip naar het vaderland. Hoewel dit op zich in één lange rit van een uur of twaalf is te rijden, kies ik er altijd voor om ergens in het midden te overnachten. Dat midden is soms Aschaffenburg waar ik eerder al een epistel aan weidde in het kader van de vaderlandse dodenherdenking, maar meestal is het Wurzburg, zo ook nu.
Wurzburg is een kneiterlinkse studentenstad en u weet, ik ben gek op linkse meisjes, dus ik kom hier graag. De stad ligt bovendien middenin het Frankische wijnbouwgebied, dus er worden voortreffelijke wijnen geschonken. Zoals elke Duitse stad proeft Wurzburg de geneugten van Merkels ‘wir schaffen das’ politiek, met als hoogtepunt de messenmassamoord op drie jonge Duitse vrouwen in 2021 door een Somalische apotheker.
Mijn sponde boek ik meestal in een goed maar goedkoop hotel aan de rand van het centrum, in de Semmelstraße, wat een mix is van hipstertentjes, een Irish pub, een Turkse avondwinkel, tattooshops en meer van zulks diverse uitbatingen.
U kent mij natuurlijk als die wispelturige, temperamentvolle schrijver met eigen bergbar die een broertje dood heeft aan regelmaat, edoch! Ook ik ben niet vreemd van wat zekerheden in dit droeve bestaan, dus mijn diner nuttig ik altijd aan de overkant van mijn hotel in Libanees restaurant Sim Sim al Saituna.
Nu zult u denken “die restaurantnaam, dat staat zeker voor een van de 99 namen van Allah”.
Welnu. Neen. Sim Sim al Saituna betekent niets meer en niets minder dan simsalabim. Ik vind dat briljant.
Maar goed, terwijl ik mij tegoed had gedaan aan de shawarma en mijn lieftallige gezelschap aan de falafel en wij wilden afrekenen, bleek de pinautomaat het niet te doen. Dus toog ik de stad in om een pinautomaat te zoeken. De eerste de beste die ik vond was in een zijstraat van het restaurant, in het verlengde van wat ik altijd Wurzburgs Gazastrook placht te noemen. Een straat met gokpaleizen waar geen Arische Duitser zich zal wagen, een miljoenmiljard islamitische barbiers, blowende Somaliërs en Eritreeërs, een Perzisch restaurant (waar je ook kan gokken) en één Aziatisch influencerrestaurantje.
Met vijftig brandende euro’s in mijn zak, toog ik terug naar het restaurant waar ik werd getrakteerd op een kogel van een arak. De bekende anijsdrank van tenminste 50%. Mijn eega kreeg een Eros Ramazotti, en niet thuis te brengen likeurtje, speciaal voor vrouwen of slappe zakken van mannen, zo glimlachte de eigenaar.
Wij proostten, kwamen tot een gesprek, de absint (66%, hallucinant) kwam op tafel en wat bleek: de beste man is helegaar geen Libanees, hij kwam uit Palestina, Israel! Zo letterlijk zei hij het ook. “Ik ben geboren in Palestina, Israel.” De man kent zijn geschiedenis. Hij blijkt een Arabische Jood te zijn, opgegroeid in een kibbutz, later neergestreken in Haifa, weer veel later heeft hij een Duitse aan de haak geslagen, met zijn neus waarschijnlijk, want teringjantje wat heeft deze man een joekel van een nase en zodoende is hij in Duitsland terechtgekomen.
Hij schenkt ons in rap tempo bij en verteld ronduit over zijn leven, zijn liefde voor de meisjes, voor de hasjiesj en terwijl hij zijn waterpijp begint te stoppen, zegt hij lachend dat het nu bijna tijd is om zijn Duitse pensioen te gaan spenderen in Het Beloofde Land. Hij vertelt moppen over Mozes, Jezus en Mohammed, verhaalt over zijn gesluierde oma die altijd zat te kankeren op de joden omdat die om regen baden en regen kregen, wat volgens simsalabim, ik ben zijn naam vergeten, kwam omdat de IDF chemicaliën in de lucht spoot om de gewassen te bewateren.
Maar dan serieuzer: “Ik heb een huis in Haifa. Kijk.” En hij laat ons een prachtig huis zien in het oude centrum, waar je vanaf het terras de zee kan zien. “Ik was eigenlijk van plan om hier alles te verkopen en dan tot mijn dood in Haifa te gaan wonen. Beetje drinken, beetje roken, meisjes kijken. Maar ik denk dat ik het huis ga verkopen. Het komt niet meer goed met Israël. Misschien dat ik in Egypte een huis ga kopen. L'chaim.”
En we proosten.
Ineens moet ik denken aan een reportage voor Metro over de Dag van de Bevrijding die ik ooit maakte bij het voormalige officierscasino van de 1e Pioniersschool van de Wehrmacht in Berlijn. Dat is de dag dat de Russen de overwinning op nazi-Duitsland herdenken.
Het zal de arak wel zijn dat ik deze brainfart heb, al zie ik de Wurzburger stolpersteinen glinsteren vanuit het simsalabim restaurant, dus helemaal absurdistisch is deze hersenschim nu ook weer niet.
Over de exacte datum waarop de Duitsers capituleerden zijn nogal wat onduidelijkheden. In Nederland vieren we de bevrijding op 5 mei en voor de Fransen geldt 7 mei als Bevrijdingsdag, toen de Amerikaanse generaal Eisenhower in Reims de Duitse generaal Jodl voor de overgave van de Wehrmacht liet tekenen.
Maar de totale capitulatie vond plaats op 8 mei 1945 om 23:01 uur in Berlijn. Waarom vieren de Russen dan pas op 9 mei de Dag van de bevrijding? Simpel, vanwege het tijdsverschil: in Rusland is het een uur later, dus op de minuut af is voor de Russen 9 mei de dag dat het de Duitsers op de knieën dwong.
De Karlshorst is nu een Duits-Russisch Museum, een unieke bilaterale samenwerking tussen Duitsland en Rusland en het enige museum in Duitsland dat een permanente tentoonstelling wijdt aan de verwoestingen in Oost-Europa.
Na het vertrek van de Sovjets uit Duitsland besloten beide partijen deze locatie te gebruiken om de oorlog tegen de Sovjet-Unie te gedenken. De permanente tentoonstelling belicht de oorlog vanuit het perspectief van beide kampen, inclusief de massamoord op Sovjet krijgsgevangenen en de georganiseerde uithongering van miljoenen burgers in Rusland en Oost-Europa. De jaarlijkse herdenking gaat gepaard met toespraken van Russische veteranen, hoogwaardigheidsbekleders en niet onbelangrijk, heel veel eten, drinken en muziek. Nadat in 1945 de handtekeningen waren gezet, ging de wodka op tafel en werd het einde van de oorlog gevierd. Nu, ruim 70 jaar later wordt dat in ere gehouden. De tuin van de Karlshorst lijkt in de verte op een klein festivalterrein met kraampjes waar je typische Russische gerechten en -natuurlijk- wodka kunt krijgen.
Waar de geschiedenis aan de Tweede Wereldoorlog in Duitsland er vooral een van herdenken is, daar vieren de Russen feest. De 9 mei viering is lange tijd onder het tapijt geschoven, maar sinds Poetin aan de macht is, is het weer helemaal in zwang. En zeker nu, met de Oekraïne-oorlog die nog gaande is. De dag wordt opgeluisterd met militaire parades en ‘s avonds is er op het Rode Plein in Moskou een groot concert.
Enfin, ik banjeren door die tuin van de Karlshorst, onderwijl stukken niet thuis te brengen worst wegspoelend met bier en huisgestookte wodka, staat er een oogverblindend mooie Russin op het bordes te speechen. Geen idee waar het over ging, ik was betoverd door haar schoonheid. Tevens starnakel dronken én enigszins afgeleid door de eveneens starnakel dronken veteranen die dwars door haar speech schreeuwden en zongen. Er wisten zelfs een paar militairen vol op de mombakkes te gaan, recht voor de meterslange benen van de oogverblindende Tatjana, die onverschrokken bleef speechen, terwijl ze in haar ooghoek toch ook zeker de opzichtig tegen een tank urinerende orc gezien moest hebben. Het was een herdenking zoals ik die niet eerder had meegemaakt.
Die avond belandde ik op een ultralinks festivalletje op een van die oude braakliggende fabrieksterreinen die Berlijn rijk is en deed ik mij tegoed aan de oud geld meisjes met okselhaar die met de felheid van hun oma’s heel erg antifa waren en die net als hun opa’s aan de opioïden zaten tot de zon weer opkwam, maar die vooral toch heel graag ranzige sexfeestjes hielden want hippe principes zijn leuk, maar beneveld de liefde bedrijven in een kraakpand is nog veel leuker, nietwaar.
Enfin, ook toen al was Israël fout volgens de antifa meisjes, want joden, Joden en Israeli’s en dat doet me dan weer denken aan de drankgelagen in Budapest, waar ik een tijd terug was, gewoon voor de leuk en waar ik ergens in de Joodse wijk via een AirBnB in een soort kelderbox was neergestreken.
Het toeval wilde dat ik een bekende tegenkwam, what are the odds, en dat we gezamenlijk de griebusbuurten ingingen en de kleine barretjes aandeden. Ik ontmoette daar de liefde van mijn leven, geportretteerd op haar allercharmantst zoals te zien valt op de foto die hierboven bij het artikel is geplaatst. We besloten een lange afstandsrelatie aan te gaan, maar helaas is dat toch niet heilzaam gebleken. Ik mis haar nog iedere dag.
Wat opvallend is aan de Joodse wijk trouwens, is dat het maar weinig joden heeft. Ook hier vindt je er vooral studenten, linkse meisjes, hipsters en een uitgebreid aanbod aan horecagelegenheden.
De collega die mij op sleeptouw nam, laten we hem Jochem noemen, is een redelijk bekende journalist in het Nederlandse en hij heeft homo, dus hij besloot mij mee te nemen naar allerhande gezellige regenboogbarren, waaronder die van mijn grote liefde, maar ook de barretjes waar je niet veel ziet in het donker. Ik ben in een van die lokalen zelfs mijn telefoonoplader verloren, iets wat ook nog steeds pijn doet na al die tijd.
Enfin, Wurzburg, Berlijn, Budapest en natuurlijk Haifa. Simsalabim is voornemens eind van dit jaar naar zijn woning in Israël te gaan en ik ben van harte uitgenodigd om hem daar te treffen.
Het toeval wil dat ik juist plannen had om Israël weer aan te doen, om een aantal portretten te gaan maken. Of reportages, of wat er dan ook op mijn pad komt en wat er tegen die tijd dan gaande is. Ik schrijf de laatste twee jaar natuurlijk met regelmaat over Israël en de huidige Gaza-oorlog, maar het is tijd om weer ter plekke te gaan.
Dus, als afsluiter van deze longread: zodra mijn nieuwste boek in de winkels ligt (ja, heus, het bericht hierover volgt!), staat er een Israëlreis op de planning.
De exacte data communiceer ik later, de precieze invulling ook. Alle stukken die ik ga schrijven, de reis zelf en alle andere kosten die bij zo een productie komen kijken, zijn voor mijn eigen rekening, dus mocht u nog een grijpstuiver in de oude sok hebben liggen die u kunt en wilt missen en daarvoor in de plaats t.z.t. een aantal verslagen hier (en in reguliere media) wil ontvangen, die kan hieronder gedoneerd worden. Ik ben u zeer erkentelijk alsook eeuwig dankbaar!
Een zelfgekozen bedrag als losse donatie doen kan hier, met een directe overboeking naar NL70 BUNQ 2076 5623 89 t.n.v. Tjeerds Brainfarts onder vermelding van je mailadres of door op het BUNQ-logo te klikken. Natuurlijk krijg je bij een losse donatie ook - tijdelijk naar rato - toegang tot betaalde content.
Ook tof, waar je zelf nóg blijer van wordt, is door een boek van me te kopen!
Los doneren via PayPal of Stripe is ook mogelijk. (NB.: PayPal leidt je naar een donatiepagina op naam van mijn uitgeverij, Jalapeño Books)
Een kop koffie is ook altijd welkom! Al kan ik niet beloven dat het een kop koffie wordt, de arak is ook best lekker.





Heerlijk verhaal aan het begin van een nieuwe week! Kleine bijdrage gedaan. L’chaim🍸